Waarom kruipt mijn baby niet ?

#baby #babyosteopathie #kruipen #mijlpaal

Zoals je in elk boek over zwangerschap en de ontwikkeling van baby’s kan lezen doorloopt een baby in het begin van zijn levensjaar heel wat mijlpalen.

Omrollen: na 4-8 maand
Zelfstandig zitten: na 6-11 maand
Kruipen: na 7-13 maand
Zelfstandig staan: na 8-18 maand
Zelfstandig beginnen lopen: na 10-20 maand

Vóor de fase van het zelfstandig staan zal uw kind eerst de kruipfase doorgaan.

Gemiddeld begint de kruipfase tegen de 9de maand, maar dit kan variëren naar iets vroeger of later. Sommige kinderen slaan deze kruipfase echter over en beginnen direct te stappen of gaan zich op een alternatieve manier voortbewegen (denk: billenschuiven).

Waarom is de kruipfase van een baby zo belangrijk ?

Kruipen speelt een belangrijke rol in de motorische en bijgevolg ook cognitieve ontwikkeling van het kind. Om te kunnen kruipen moet het kind een gekruiste arm-been beweging kunnen maken. Dankzij de samenwerking tussen de linker- en rechter hersenhelft, die de linker- en rechter lichaamshelft motorisch aansturen, kan dit bewegingspatroon bekomen worden.

Deze mijlpaal is belangrijk, omdat het de baby traint voor latere leerprocessen waarbij een gekruiste coördinatie nodig is, zoals bij: rekenen, lezen, wandelen, fietsen, …

Ook het evenwicht en de oog-hand coördinatie worden daarmee getraind.

Het overslaan van deze fase en de automatisering van de bijhorende leerprocessen, zijn niet zozeer een reden voor grote problemen, maar kunnen soms wel ertoe leiden dat deze gekruiste processen moeilijker aan te leren zijn.

Geen paniek! Er zijn heel wat kinderen die deze fase overslaan, zonder daar later problemen van te ondervinden.

Hoe komt het dat mijn baby zijn kruipfase overslaat?

Bewegingsverliezen in het lichaam van je kleine spruit kunnen leiden tot verstoring in zijn motorische ontwikkeling.

Deze bewegingsverliezen kunnen zich ter hoogte van de bekkenregio, wervelkolom, schoudergordel en schedelregio bevinden.

Wanneer een bevalling ondersteund werd met druktechnieken op de buik of bij weeënstimulatie kan dit dysfuncties geven op het heilig been of wervelkolom van de baby, wat het kruipen bemoeilijkt. Ook een langdurige stuitligging kan dit in de hand werken. Voor het kruipen is ook een goede steunname via de arm nodig, wat opnieuw bemoeilijkt kan worden wanneer er zich een bewegingsverlies bevindt ter hoogte van de schouder, hals of nekwervels.